Opnieuw schieten mijn hongerige ogen over het scherm. Deze keer op zoek naar informatie. Want naast een datum onthult het mailtje werkelijk niets over de locatie, het onderwerp, het type klant, de samenstelling van het brainstorm-team en de opdracht. De mail wordt afgesloten met de boodschap dat ik moet zorgen dat ik de nacht ervoor zeker goed slaap. Een gekke mix van nieuwsgierigheid en strijdvaardigheid maakt zich van mij meester terwijl ik een bevestigende reply typ. Ik voel me even een eerstejaars student aan de vooravond van een ontgroening.

Bladeren vallen van de bomen, sneeuw jaagt door de straten, Erben hoopt een Elfstedentocht af te dwingen door er nóg fanatieker over te praten en de lente lijkt alweer in aantocht als ik het bevestigende mailtje ontvang. Ik zit bij de selectie! Weer zoeken mijn ogen tevergeefs naar informatie. Niets. Het enige dat gevoed wordt is mijn ontgroeningsgevoel. Er wordt gerept van uitdagingen, het verlaten van comfort zones, pijnigen, prikkelen, presteren onder hoge druk en het vooral niet mogen zijn wie je echt bent. Mijn nieuwsgierigheid en strijdvaardigheid groeien met elke toetsaanslag van mijn tweede bevestigende reply. Dit MOET ik meemaken!

Enkele weken later sluit ik me een beetje ongemakkelijk aan bij een kleumende groep onbekenden, aan de voet van de schoorsteen van de oude Van Nelle fabriek. Iedereen doet z’n best om zijn of haar identiteit te verbergen achter overduidelijk zelfgekozen namen en beroepen. Al gauw worden we opgepikt voor een rondleiding door het imposante gebouw, op weg naar het karakteristieke ronde theehuis op het dak. Wat een uitzicht! Geheel in lijn met het duistere voortraject worden we al snel geïnstrueerd om teams te maken om binnen drie minuten drie effectieve evacuatieplannen te bedenken voor Rotterdam. De kop is eraf!

Terwijl ik tevreden de resultaten van mijn team (een prinses en een forensisch patholoog) bekijk, worden we gesommeerd om onze ideeën achter te laten en een tafel door te schuiven. Daar moeten we het beste idee van onze voorgangers nóg beter maken. Dit is het eerste moment dat onze conceptuele vliegwielen knarsend van richting veranderd moeten worden. Wij zijn immers nog vol van ons eigen beste idee! We zijn drie minuten op weg en we hebben onze eerste verstoring al te pakken. Onder hoge tijdsdruk springen we van evacuaties naar concepten voor mobiele telefoon display reparateurs, tussentijdse presentaties, koud geworden kopjes koffie, aanvullende briefings, de geur van stiften, wetenschappelijke uitleg over het brein, heerlijke appeltaart, onderlinge teamstrijd, conceptueel broederschap en verhitte discussies. En telkens als je denkt dat je hét idee te pakken hebt, volgt een teamwissel, een sprong naar een volledig ander werkveld of een gedachtenoefening. Yoga meets Japanse vechtstoelendans. Zoiets.

De stapel met ideeën wordt maar hoger en hoger en onze hoofden voller en voller. De hoogste tijd dus om eens te beginnen met het bedenken van een paar goede ideeën. De klant gaat immers tijdens de afsluitende lunch aanschuiven en wil natuurlijk wel resultaat zien. Nog eenmaal worden de conceptuele vliegwielen gekeerd en het limbisch systeem aangesproken. Hongerig kijk ik op van onze laatste concept-schets als de sessie-leider de sessie stopt. Na zes uur constante conceptueel-cognitieve disruptie gaat een boterham met pindakaas er wel in.

Tijdens de lunch mag iedereen zijn ware identiteit onthullen. De verzekeringsagent uit mijn team blijkt de klant te zijn en de jachtbouwer zijn compagnon! Verder bestaat de groep uit specialisten uit de marketing-communicatie en het werkveld van de klant. Ik heb zojuist mijn eerste echte 720 graden benadering van een klantvraagstuk meegemaakt. Eén ding weet ik zeker: vannacht slaap ik pas écht goed.