Wat mij het meest trof in deze eigenzinnige geest komt aan het licht tijdens een interview met Adriaan van Dis. Onderwerp van gesprek is het gemak waarmee Mutsaers voor- en achteruit kan schrijven en spreken. “Hoe ontstaat zoiets?”, vraagt Adriaan haar. “Ontstaat!? Dat is het resultaat van dagelijks veel trainen en oefenen”, reageert een ietwat verontwaardigde Mutsaers.

Hoe behendig zij inmiddels deze vaardigheid beheerst, wordt gedemonstreerd wanneer van Van Dis haar verzoekt een duet met hem te zingen; hij vooruit, zij achteruit. De titel van het lied is overigens ook de titel van dit artikel. Wat blijkt, na een aantal coupletten samen die natuurlijk niet geheel synchroon verlopen, zet Adriaan met een nieuw couplet in. Charlotte wuift hem weg: “Och, die hebben we allang gehad”.

Hoewel Charlotte zichzelf niet altijd even serieus neemt, nonchalant is ze niet: “Ik doe nooit wel eens wat. Het is alles of niets.” Zo dus ook met het consequent trainen van haar creatieve vermogen.

Nou kun je van mening zijn: mijn baan bestaat uit aanmerkelijk minder kunstzinnig werkzaamheden dan schrijven en schilderen. Dat het echter noodzakelijk is om de activiteiten in je linker- en rechterhersenhelft in balans te houden, bewijst ook de volgende tip die ik ooit van een keiharde zakenman hoorde: Work hard, play hard, rest hard!

Waar zou jij toe in staat zijn als jij jouw vermogen tot creativiteit zo bevlogen zou trainen? Begin eens met het uitzoeken welk liedje Adriaan en Charlotte samen zongen…